Yaba diba daba daba daba diba daba dum!
(Fiddler on the roof, 1964)
Creatief? Zakelijk? Geen idee waar het zwaartepunt van mijn werkzaamheden werkelijk ligt. Een kunstwerk maken is één, maar de sleutel tot succes ligt toch zeker ook aan de zakelijke kant. Wie en waar is mijn publiek? In welke richting rolt hun geld en in welke galeries drinken ze hun champagne? En dan hebben we nog de kunstcritici die mij en mijn werk zó de hel of de hemel in kunnen schuiven. Mijn product hangt onder ‘mijn merk’ en dat merk, dat ben ik, de kunstenaar. Maar, wie ben ik eigenlijk? Kortom, het succes van de kunstenaar hangt samen met een briljant uitgedachte strategie, inclusief plan van aanpak.
Onlangs vroeg een slimme succesvolle zakenman mij:
‘Waarom massa-produceer je je beelden niet? Denk grootschalig! Dan verdien je veel meer dan nu. Jouw beelden zijn onderscheidend, gewild en uniek, maar het afgieten en monteren is tijd- en geldrovend. Los daarvan is je afzetgebied te klein, te elitair.’
‘Ik heb geen interesse in de massa. Mijn doelgroep is de kunstminnaar en als ik geluk heb, een museum.’
‘Ontwikkel je een decoratief en populair object of concept, dan kun je het commercieel op de markt brengen. Kijk naar Damien Hirst: van zijn met diamant verzadigde schedel ‘For the love of God’ zijn gigantisch veel kopieën en varianten gemaakt.’
‘En dan?’
‘Stuur je het prototype naar China.’
‘En dan?’
‘Laat je daar een enorme werkplaats bouwen. Vaardige én goedkope arbeidskrachten produceren dan je “makkelijk verteerbare decoratieve kunstobjecten”. Die verkoop je in bulk aan warenhuizen of via Bol of Amazon, met een groot publiek over de hele wereld. Zo verdien je waanzinnig veel geld!
‘En dan?’
‘Heb je al snel een eigen conceptstudio. Daar werken internationale, jonge en veelbelovende kunstenaars voor jou aan je meer exclusieve creatieve concepten. Denk aan reclamecampagnes, decors, kleding, meubels…’
‘En dan?’
‘Heb je alle tijd om aan je eigen speciale unieke projecten te werken. Je weet wel, exclusieve beelden voor de kunstverzamelaar of als je geluk hebt, voor een museum!’
Oei, ik maakte me zorgen om de man z’n gezondheid. Hij was zo opgewonden en rood aangelopen… Mijn toekomst had hij helemaal voor me uitgestippeld. Alles had hij uit de kast gehaald om me te overtuigen. Hem een glas whisky inschenkend zei ik:
‘Maar… dat doe ik nu toch?’
Ik heb hem nooit meer gezien. Na een succesvolle zakelijke en politieke carrière had hij zich teruggetrokken, hoorde ik. Hij vond zijn passie in het kweken van adembenemende, unieke theerozen. Tijdens zijn dankspeech voor een prijswinnende roos vertrouwde hij het publiek toe dat hij zich, voor het eerst in zijn leven, werkelijk succesvol, voldaan en gelukkig voelde. Noch over zijn succesvolle politieke en zakelijke carrière, noch over zijn gevulde bankrekening, heeft hij ooit nog één woord gerept.
Vertel eens
Wat doe je het allerliefst? Kun je deze passie volgen, met de financiële middelen die je nu hebt?
